Elke plantensoort kent een habitat of habitats waar ze het best floreert. Omstandigheden als bodemgesteldheid, bodemsamenstelling, waterhuishouding, licht, maar ook beheer, spelen een rol bij de groei van plantensoorten. Met de volgende begrippen worden de verbanden die daarbij bestaan tussen plantensoorten en hun habitat en tussen verschilende plantensoorten gedefinieerd:
Bij de naamgeving worden naar analogie van de botanie wetenschappelijke benamingen gebruikt, die herkenbaar zijn aan hun uitgang, -etum voor associaties, -ion voor verbonden, -etalia voor orden en -etea voor klassen.
Dit is een voorbeeld dat betrekking heeft op de zeekralen, die worden gerekend tot de de Zilte pionierbegroeiingen (in slik- en zandgebieden), een benaming voor dit habitattype in de Europese Habitatrichtlijn.