Het zijn een- of tweejarige planten met kleine (1,5 cm grote) witte tot gele bloemetjes, die in trosjes groeien. Vrijwel alle soorten zijn eetbaar, maar eigenlijk wordt alleen de zeekool voor consumptie verbouwd. Van de Afrikaanse bolletjeskool wordt olie gemaakt, deze bevat een zo hoog gehalte anerucazuur, dat de olie alleen voor technische doeleinden geschikt is.
Zeekool komt op veel plaatsen voor langs de Europese Atlantische kustlijn, langs de Oostzee en de Zwarte zee.
Het woord crambe is een latijns woord, ontleend aan het Griekse (κράμβη) dat voor een soort kool werd gebruikt.