CHINESE KOOL
Chinese kool is compact, licht van kleur en heeft geribbelde bladnerven. Het blad van de Chinese kool heeft brede, sappige nerven, die gegeten kunnen worden. De kool dankt zijn enorme populariteit aan zijn zachte smaak waardoor hij makkelijk te combineren is met andere smaken.
De kolen worden in het voorjaar in de volle grond gezaaid, wanneer het daarvoor warm genoeg is tenminste. De kool verlangt in de eerste weken temperaturen van boven 20°. De vroege teelt wordt al in juni geoogst. Vollegronds kolen kunnen wel 50 cm lang worden, voordat ze uit schieten.
In ons land wordt voor de vroege teelt een kleiner, Japanse hybride onder glas verbouwd. Dit type is gemiddeld 30 cm lang, en weegt rond een kilogram.
Houdbaarheid (bewaaradvies)
Bewaar chinese kool zeker een week in de groentenla of open plastic in de koelkast. Gebruik je maar een deel, zorg dan dat het snijvlak met plasticfolie wordt afgedekt.
De bereiding
Chinese kool is geschikt voor alle bereidingen, zelfs au gratin en kan ook rauw gegeten worden, zeker het hart van de kool. Houd er rekening mee dat de kool slinkt.
BEREIDINGSTIJDEN (KOOKTIJDEN)
Oorsprong en verspreiding
De kool wordt op grote schaal verbouwd in China, Korea, Japan en Taiwan.
Taalkundige aspecten, etymologie
Chinese kool wordt ook Peking kool genoemd, Hangtun of Tientsin nappa. Het Japanse woord nappa betekent bladgroente in zijn algemeen.
