Het wordt gemaakt met shisoblad (kkaennip), dat we kennen uit de Japanse keuken. Voor deze kkaennip jjim wordt het blad gestoomd, in het rustiekere kkaennip jangajji - met exact dezelfde ingrediënten - wordt het mengsel eerst een uur koud gemarineerd, en dan op laag vuur gekookt (30 minuten). Beide worden zowel warm als koud geserveerd.
Was de shisobladeren. Meng alle ingrediënten voor de saus met een halve eetlepel water.
Arrangeer in een kom laagjes shisoblad, met op ieder blad een theelepel saus, licht uitgesmeerd. Maak de overgebleven saus aan met wat water en sprenkel dat over de bladeren.
Stoom de bladeren afgedekt in een bamboestomer boven stomend water een minuut of vijf.
Zodra de blaadjes gestoomd zijn, dien je ze op als topping voor rijst of bij je rijst. Ze combineren ook goed met geroosterd rundvlees (bbq). Bewaar de blaadjes die over zijn in de koelkast. Ze blijven een week of twee goed.