Van oorsprong - in de zestiende eeuw - was het Berkshire varken zandbruin (tawny), en een enkel exemplaar was zelfs wit. Aan het eind van de achttiende eeuw is de zwarte kleuring ontstaan, die nu het kenmerk is van de Berkshire. Dat is het werk geweest van Lord Barrington die daarvoor 'Napolitaans bloed' gebruikte, in 1790. Uit deze Berkshire, die in die tijd in Staffordshire in de Midlands werd gehouden, is de Tamworth ontstaan.
Barrington verfijnde in 1823 de basisstam door kruising met Oost-Aziatische bloedlijnen, maar sindsdien is er zijn die exacte eigenschappen bewaard gebleven, zodat de Berkshire van nu bijna identiek is aan het varken uir=t die tijd.6)
Karakteristiek zijn de diepzwarte kleur, contrasterend met de korte witte 'sokken'. Sporadisch zie je nog zandbruine elementen in Berkshires, waar je wit zou verwachten. Een volwassen beer weegt 280 kilogram, een vrouwtje zo'n 60 kilogram minder. De oren zijn spits en staan naar voren.
Er zijn twee soorten Berkshire, het spek- en het bacon-type. Het eerste type werd vooral gefokt voor zijn reuzel, dat werd gebruikt om in te bakken en machines te smeren. Na de Tweede wereldoorlog viel de vraag naar reuzel weg door de opkomst van plantaardige olieën en de opkomst van moderne smeermiddelen.
De Berkshire paste ook niet in de na-oorlogse varkensindustrie. Dat ligt niet aan het vlees of de bacon, die al sinds de lofuitingen van Cromwell's troepen iwordt geroemd. Nee, de Berkshire is een echt buitendier, bij uitstek geschikt voor kleinschalige varkenshouderij. En een echt buitendier dat geen zonnebrand nodig heeft.
Eind tachtiger jaren van de vorige eeuw was de Britse Berkshire bijna uitgestorven. Er waren nog 143 dieren in leven, die dankzij de zorg van de boeren heel zuiver waren. Dankzij een reddingsactie door de 'Rare breeds survival trust' kon het aantal dieren binnen 25 jaar weer worden opgekrikt tot bijna 700 dieren, thans zouden het er zo'n negenhonderd zijn.
Berkshirevlees heeft een pH van 6,1, vandaar de dieprode kleur van het vlees. Het spiervlees is gemarmerd, waardoor het ook zeer geschikt is voor hete bereidingen (grillen, roerbakken).
Het ras vindt zijn oorsprong in de Theemsvallei. Zestiende eeuwse exemplaren waren grote dieren met een zandbruine vacht. Ze hadden hangende oren, korte poten en dikke botten. De geschiedenis van de Berkshire is nauw verbonden met Cromwell en zijn troepen. Hun verwijzingen naar het ras in de zeventiende eeuw worden beschouwd als de vroegste vermelding van de Berkshire.
Koningin Victoria fokte Berkshires op Windsor Castle. Het eerste varken in het stamboek is haar "Ace of Spades". Dat de Berkshire een begrip is in Japan is te danken aan de koningin. Zij schonk Berkshires aan de koning van Okinawa, die voor de taak stond om de uitgebluste Japanse varkenssector nieuw leven in te blazen. Het beroemdste Japanse varken, de Kagoshima Kurobuta (かごしま黒豚) is een kruising tussen de toen dus nog zandbruine Berkshire en lokale rassen.
In de achttiende en negentiende eeuw is het ras verbeterd door het te kruisen met Aziatische varkens. In de VS wordt de Berkshire sinds het begin van de negentiende eeuw gehouden, Vanaf 1875 wordt in de VS één van de eerste varkensstamboeken ter wereld bij gehouden. Dit stamboek, de American Berkshire Association of ASA, bevat alleen Bershires met een stamboek dat zuiver Brits is.
"All pigs are equal" Het Berkshire-varken stond model voor de beer Napoleon in de verfilming van George Orwell's Animal farm.
Het Berkshire varken is vernoemd naar het graafschap Berkshire. In het oostelijk deel van het graafschap vormt de Theems de noordgrens. Dit graafschap strekt zich uit van Lechlade in Gloucestershire tot Windsor. Het gebied is heuvelachtig en zeer bosrijk. Shire of berks, de oorspronkelijke benaming van het gebied betekent 'het gebied van de basten'. Een boomrijk gebied dus. De ondergrond is er zeer kalkrijk, en is op een aantal plaatsen aan de oppervlakte te zien.
Eén van de belangrijkste historische complexen in het graafschap is Windsor Castle waar de koninklijke familie in de negentiende eeuw varkens hield.