Voor zover men weet bevat het geslacht Sus acht levende soorten, in alfabetische volgorde:.
Het tamme varken wordt meestal beschouwd als een ondersoort van het everzwijn, dat in 1758 door Carl Linnaeus de naam Sus scrofa kreeg; in navolging hiervan is de formele naam van het varken Sus scrofa domesticus. In 1777 publiceerde Johann Christian Polycarp Erxleben de wetenschappelijke naam Sus domesticus, daarmee de tiende soort definiërende. The American Society of Mammalogists beschouwt het tamme varken in navolging daarvan als een aparte soort.
Veel taxonomisten echter beschouwen het tamme varken niet als zelfstandig soort, maar als ondersoort van het wild zwijn: Sus scrofa domesticus.
Dat er sedert westerse zeevaarders eeuwen geleden tamme varkens in het wild hebben uitgezet, er zodoende in bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland en op diverse eilandjes in de Grote Oceaan varkens verwilderd zijn geraakt, doet er niet aan af, dat dit eveneens 'tamme' varkens zijn.