De broden of broodjes worden ingesmeerd met gesmolten boter en bestrooid met suiker en/of amandelen. De scone-versie heeft meestal een topping van boter en suiker. Een variant is het kaneelbroodje (korvapuusti) dat soms voorzien wordt van een bruine topping (glazuur) met koffie. De broodjes worden in de regel bij koffie geserveerd, de pitko in plakjes gesneden, de rolls em scones in zijn geheel.
Onderstaand recept is voldoende voor 16 pulla's.
Roer de gist en melk samen in een grote kom tot de gist volledig is opgelost .
Meng de bloem, de suiker, de kardemom en het zout, en roer er de boter door.
Kneed de massa tot een deeg, dat elastisch en licht plakkerig moet worden. Kneed circa 15 minuten (met de hand), of 8 minuten met de machine (kneedhaak).
Zet het deeg , afgedekt met een vochtige doek, te rijzen weg, tot het in volume is verdubbeld (circa 1 uur).
Meng ondertussen een mengsel van de boter, kristalsuiker, kaneel en kardemom.
Bestrooi het werkvlak met bloem. Rol het deeg met een bebloemde roller uit tot een vel met een dikte van ongeveer een halve centimeter tot een omvang van 50 x 40 cm zijn.
Verdeel de vulling gelijkmatig over het deeg tot aan de randen. Rol het deeg strak op, over de korte zijde.
Snijd de cilinder onder 45° tot 16 'driehoeken'. Leg zo'n driehoekig cilindersegment op zijn langste zijde, met de punt omhoog. Er zijn twee methoden om een typisch Finse pulla te vormen:
Bedek twee bakplaten met bakpapier en leg op elk blad acht pulla, zo'n vijf centimeter uit elkaar. Dek ze af met een schone doek en laat ze op een warme, tochtvrije plek ongeveer 1 uur narijzen, tot het volume verdubbeld is.
Warm de oven voor op 200°
Wanneer de pulla's gerezen zijn, smeer je ze in met losgeklopt ei en bestrooi je ze met parelsuiker (grofheid p2, ook wel zweedse parelsuiker genoemd).
Schuif de bakplaten in de oven en bak de pulla's in 10 tot 12 minuten goudbruin. De suiker zal dan gekarameliseerd zijn.
Serveer warm.