We kennen de term uit de medische wereld van 'goed' en 'slecht'' cholesterol, respecievelijk HDL en LDL, ‘high-density’- lipoproteïne (HDL)en ‘low-density’- lipoproteïne (LDL) . Wanneer je cholesterol in beeld wordt gebracht, gebeurt dat door de hoeveelheid LDL en HDL in je bloed te meten.
Lipoproteïnen bestaan uit vetten (cholesterol, cholesterolesters, triglyceriden, fosfolipiden) en apolipoproteïnen, specifieke eiwitten die aan vetten binden. Het soortelijk gewicht van vetten is aanzienlijk lager dan dat van eiwitten, zodat de dichtheid (density) van lipoproteïnen met het hoogste eiwitgehalte het grootst is. High-density-lipoproteïne-partikels (HDL) bijvoorbeeld bestaan voor zo'n 45% uit eiwitten en zijn daarmee de dichtste soort lipoproteïnen.
Een derde type, very-low-density-lipoproteïnen (VLDL), de grootste lipoproteïne bevat het grootste aandeel triglyceriden. VLDL wordt in de lever aangemaakt, gesynthetiseerd in de lever. Hierbij speelt insuline een belangrijke rol. Insuline is het bloedglucose-verlagende hormoon dat door de alvleesklier wordt uitgescheiden als reactie op toegenomen bloedglucose concentraties na een maaltijd. Insuline, dat door de alvleesklier wordt uitgescheiden in reactie op de toename van bloedsuikers na de maaltijd, stimuleert de omzetting van glucose in glycogeen, vetzuren en triglycerides. Het onderdrukt bovendien de uitscheiding van triglyceride-rijke VLDL-deeltjes.
De VLDL-deeltjes worden vanuit de lever rechtstreeks in de bloedbaan gebracht, waar het enzym lipoproteïne-lipase (LPL) het af breekt, waardoor de tryflyceriden vrijkomen. LPL is een in water oplosbaar enzym dat triglyceriden in lipoproteïnen zoals chylomicronen (ULDL) als lipoproteïnen met zeer lage dichtheid (VLDL) hydrolyseert: triacylglycerol + H2O = diacylglycerol + een carboxylaat
Naast de hier al genoemde LDL, HDL en VLDL worden ULDL of ‘ultra-low-density’- lipoproteïnen onderscheiden. Deze wordt meestal chylomicronen genoemd. Een vijfde type is 'intermediate-density lipoproteïnen, afgekort IDL. Deze wordt gevormd uit VLDL nadat deze door het enzym lipoproteïne-lipase is afgebroken. Het oorspronkelijke VLDL keert terug in de circulatie als een kleiner deeltje, IDL. Deze IDL-partikels hebben het grootste deel van hun triglyceride verloren, overigens met behoud van de cholesterylesters. Sommige IDL-deeltjes worden snel door de lever opgenomen, andere blijven in de circulatie, om verdere triglyceridehydrolyse te ondergaan en te worden omgezet in LDL.
HDL, gemiddeld eenderde van het cholesterol in het bloed, wordt 'goed' cholesterol genoemd omdat het helpt het slechte cholesterol te verwijderen en daarmee voorkomt dat het zich in de slagaders ophoopt. In zijn algemeen, hoe hoger het niveau van HDL-cholesterol, hoe beter.
Normaliter zijn de triglyceriden 'ingepakt' aanwezig in de bloedbaan, en circuleren door het lichaam om pas aangesproken te worden wanneer er energie nodig is. Alleen bovenmatige hoeveelheden triglyceriden worden afgezet. In ons darmstelsel vindt lipolyse plaats, het proces waarbij de vetzuren vrijgemaakt worden van de monoacylglycerol, en waarbij lipasen en gal gevomd worden.