Het is een zoete lekkernij die onderdeel uitmaakt van Osechi-ryōri (御節料理), dat gegeten wordt met het Japanse nieuwjaarsfeest. Daarnaast is het geliefd als dessert.
Mede om een goudgele kuri-an te verkrijgen, worden aan de kastanjes (Japanse) zoete aardappelen toegevoegd, satsumaimo. Deze bereiding wordt gewoonlijk kuri-kinton (kin='goud'). Hierin wordt soms gebruikt gemaakt van onbewerkte kastanjes, soms van gesiropeerde kastanjes (kuri-kanroni of kuri-no-kanroni).
Deze hebben een paarse schil en hebben - zolang ongekookt - wit vlees, dat door het koken goudgeel wordt. Onder het adagio 'hoe geler hoe beter', wordt vaak ook kuchinashi-no-mi (koreaans: chija) toegevoegd, de vrucht van de Kaapse jasmijn die louter als kleurstof wordt gebruikt, net als in Danmuji (ingelegde daikon).
Kuri-an betekent naar analogie van anko (bonenpasta) pasta gemaakt van zoete kastanjes (kuri).
Het woord kuri-kinton bestaat uit twee delen. Het eerste betekent kastanje, meer precies zoete kastanje (kuri), het tweede deel is opgebouwd uit 'kin' dat met goud geassocieerd wordt, en 'an' dat pasta betekent. In overdrachtelijke zin staat kuri-kinton voor financiële voorspoed en voor de zakenman betreft 'goede zaken'.
De fermentatie vindt plaats met de bactillus subtilis, in het eindproduct wordt onder meer ook de enterococcus faecium aangetroffen.