Bindweefsel komt overal in het lichaam voor, behalve in spieren ook in het zenuwstelsel , in de bloedvaten. Het is een matrix die is gevuld met cellen, zoals fibroplasten. Daarnaast bevat bindweefsel vezels, maar niet altijd. Zoals in het geval van bloed, dat bestaat uit een vloeibare matrix en cellen. De matrix kan vloeibaar zijn, semivloeibaar of gelatineus zijn, zelfs bestaan uit gemalen eiwitvezels. Matrix wordt in de regel extracellulaire matrix, afgekort ECM genoemd, en in de Engelse taal ground substance.
Het bindweefsel rond spieren, botten en gewichten wordt fascie genoemd, naar het Latijnse fascia, dat 'band' betekent. De fascie ligt als een vlies om de spier. Het bestaat uit het lijmvormend eiwit, dat collageen en wordt daarom collageen bindweefsel genoemd, sterk en flexibel, soms zelfs stijf, in tegenstelling tot elastisch bindweefsel dat is opgebouw uit het eiwit elastine.
In het vlies liggen de vezels van de fascie alle in de richting van de trekkracht van de spier, net als in ligamenten en pezen, respectievelijk de gewrichtskapsels (bot-aan-bot) en de bevestigingen van spieren aan bot.
Hoe stijf of flexibel bindweefsel is, wordt bepaald door de verhouding collageen-elastine en de opbouw. Vetweefsel bijvoorbeeld dient primair als opslagplaats van vet en is zeer losmazig is, en kraakbeen, geëvolueerd bindweefsel, juist heel dicht en gelatineus. Hoe elastischer het bindweefsel moet zijn, zoals fascie, het bindweefsel rond de spieren, hoe geringer het aandeel collageen bindweefsel, en hoe losser het georganiseerd is.
Losmazig weefsel van collageen en elastine komt het meest voor in het lichaam ter ondersteuning van spieren, bloedvaten en zenucellen. Elastisch bindweefsel, hoofdzakelijk of uitsluitend elastine, vind je op plaatsen waar het weefsel maximaal moet kunnen oprekken en weer in de oude toestand terug moet keren, zoals bij de longen en de slagaders. De stijfste en sterkste bindweefsels zijn gewrichtskapsels en pezen, opgebouwd uit bundels collageenvezels.
Wanneer een spier intensief wordt gebruikt, neemt de hoeveelheid ondersteunend bindweefsel toe. Daarom noemen we intensief gebruikte spieren werkvlees. Het heeft de reputatie taaier te zijn dan vlees van niet-intensief gebruikte spieren. Dat we bindweefsel en bindweefselrijk vlees überhaupt kunnen eten, danken we aan de mogelijkheid om het taaie collageen om te zetten in soepele gelatine. In het artikel over collageen gaan we daar dieper op in.