top
Garnalen
Tienpotigen (Decapoda)
GARNALEN
 
STEURGARNAAL | PALAEMON SERRATUS

GARNALEN

Zowel zoetwater- als zoutwatergarnalen behoren tot de Crustacea, een substam van de geleedpotigen (Arthropoda). Tot de Crustacae behoren onder meer krabben, kreeften en garnalen.

 De Anthropoda is de succesvolste dierengroep op aarde, met de zespotigen (veelal insecten), de achtpotigen (spinnen), de tien- tot veertienpotigen (waaronder de kreeften en garnalen) en de duizendpotigen (en meer). Eén op de vijf diersoorten op aarde is een geleedpotige. Men schat het huidig aantal soorten op 1,17 miljoen.

De geleedpotigen worden in vier substammen onderscheiden, waarvan de Crustacae er één is. Deze substam omvat tenminste 67.000 soorten, waarvan de Molacostraca de grootste klasse is met 40.000 levende diersoorten. Tot deze klasse behoren de Decapoda, een orde die 2.700 rassen en 15.000 soorten omvat, met als gemeenschappelijk kenmerk dat ze tien poten hebben.

De orde van de Decapoda op haar beurt is onderscheiden in twee onderordes, de Dendrobranchiata en de Pleocyemata. De Dendrobrachiata zijn verdeeld in twee superfamilies waarvan de Penaeoidea de grootste is en de meeste commercieel geteelde soorten omvat, de Aristeidea en de Penaeidae. Tot deze superfamilie behoren onder meer de witte garnalen en de tijgergarnalen.
De Pleocyemata omvat behalve de krabben en kreeften een grote groep garnalen (Caridea), waartoe ook onze Hollandse garnaal behoort.

De meest bevist soorten zijn de kreeftjes uit het geslacht Acetes, kleine kril-achtige kreeftjes die vooral gebruikt worden bij de fabricage van garnalenpasta's, zoals terasi.

Garrnalen worden 'de zwemmers' genoemd. Dat zwemmen doen ze met behulp van hun 'achterpoten', de pleopoden. Deze bevinden zich aan het achterlijf, dat abdomen of pleon heet. De pootachtige structuren aan het voorlijf (thorax) heten thoracoden, en worden onderverdeeld in de maxillipeden, die als mondwerktuig dienen en de pereiopoden, waarmee wordt gelopen.

Bij kleinere soorten lijken de pereiopoden heel erg op pleopoden. Bij sommige soorten kunnen de pereiopoden zijn uitgerust met klauwen.

Een ander kenmerk van de tienpotigen is de metamorfose van ei naar volwassenheid. Na het uitkomen van het ei wordt een serie ontwikkelingsfasen doorlopen, beginnend als nauplius, de larvale vorm van de kreeftachtigen. De larve doorloopt verscheidene stadia in voedselrijk, ondiep water, vaak estuaria, alvorens terug te keren naar het leefgebied. Bij veel soorten bestaat broedzorg, soms zelfs in coöperatief verband zoals bij de pistoolgarnaal (synalpheus carinatus), maar bij de meeste garnalen is dit niet het geval. De vrouwtjes werpen de eieren meestal direct in het water.

Vertaling garnaal

engels
shrimp, prawn
frans
crevette
italiaans
gambero
spaans
gamba
duits
garnele
hindi (india)
 
japans
ebi
indonesisch
udung
vietnamees
tôm
chinees
xia ha 虾
kantonees
haa haa
 

Duurzaamheid

De kreeftachtigen zijn honderden miljoenen jaren oud. In die tijd zijn veel soorten uitgestorven, maar ook veel nieuwe soorten ontstaan. Onder meer zo'n 150 miljoen jaar geleden in het Jura-tijdperk, toen de 'revolutie der tienpotigen' plaats vond.

Na altijd op de achtergrond geweest te zijn, traden de tienpotigen in die periode op de voorgrond toen de riffen waarop zij leefden, enorm in omvang groeiden. Het aantal krabbensoorten groeide mee, en in het kielzog daarvan ook het aantal kreeften en garnalen enorm.

Het is een theorie, en volgends die theorie was de 'boom' van relatief korte duur. Want amper vijf miljoen jaar later zou de soortenrijkdom al weer afnemen, met het tij van de riffen, die ook krompen. Of de theorie juist is, zal komend onderzoek moeten uitwijzen. Er lopen talrijke studies naar de geschiedenis van de kreeftachtigen in hun relatie tot het ecosysteem.

Er is veel reden voor twijfel bij het eten van garnalen. Vanwege de visserijtrechniek, vaak boomkorvisserij, met sleepnetten, en de daaraan verbonden bijvangsten. Berucht is de bijvangst van (beschermde) zeeschildpadden bij de visserij op Indische garnaal. Ook de aquacultuur is niet zonder smet. Grootschalige garnalenfarms in tropische regio's worden gerealiseerd ten koste van de mangroves, het ecosysteem wordt belast en aangetast door het gebruik van medicijnen en antibiotica om de garnaalpopulatie 'gezond' te houden, en enorme hoeveelheden vis worden gebruikt als voeding, soms ook ten koste van reguliere kleinschalige visvangst.

Hoewel de situatie wereldwijd alarmerend is, zijn er op enkele plaatsen bemoedigende ontwikkelingen in gang gezet, zoals het mangrove-beschermingsproject in de Ca mau provincie in Vietnam. Dat beoogt de vernieting van mangrove woud voor de aanleg van garnalenkwekerijen en rijstvelden (Vietnam verloor daardoor in de afgelopen drie decennia de helft van haar mangrovegebied) te keren.

Minister Schippers van Volksgezondheid heeft zojuist (7 november 2014) verscherpt toezicht op het gebruik van antibiotica door de Voedsel en warenautoriteit in het vooruitzicht gesteld. Aanleiding hiervoor is een recent onderzoek door de Stichting Wakker dier op vis en garnaal in Nederlandse winkels. De Stichting klaagt de erbarmelijke situatie aan waaronder vis en garnaal in sommige regio's wordt gekweekt, waarbij bovendien antibiotica worden ingezet tegen ziekten, zelfs als groeibevorderaar. Op één garnalenmonster afkomstig uit Azië is het enzym ESBL aangetroffen. Dat maakt bacteriën resistent tegen antibiotica, en is al langer bekend uit de vlees-bio-industrie.

PLEOCYEMATA - CARIDEA

PANDALOIDEA EN CRANGONOIDEA

De Caridea komen in iedere habitat voor. Een derde van alle dieren in deze infraorde leeft in zoetwatermilieus. Sommige soorten leven tot op zeer grote diepte in alle oceanen en zeeën ter wereld, ook op Antarctica.

De meeste soorten zijn omnivoren. De vrouwtjes leggen tussen 50.000 en 1 miljoen eieren, die zij niet broeden, maar direct in het water 'werpen'. De eerste fase van de ontwikkeling van de garnaal uit het ei is de larvale vorm, de naulius genoemd. Deze voedt zich in eerste instantie met de eigeel-reserves in hun lichaam.

De larve doorloopt daarna verscheidene stadia door, tot ze na 12 dagen het stadium van jong-volwassene bereiken en al alle kenmerken van een volwassen dier hebben. In dit stadium treken de dieren naar voedselrijk, ondiep water, de estuaria of riviermondingen. Ze verlaten dit brakke water en keren wanneer ze volwassen zijn naar hun leefmilieu, de zee of het meer. Daar leven de meeste soorten in de bentische zone, dat is vlak boven en direct onder de bodem.

De Caridea (cijfers uit 2010) vormen 13% van de totale wildvangst van tienpotigen en 6% van de productie in totaal inclusief kweek. Er is nauwelijks sprake van Caridea in aquacultures. De twee belangrijkste superfamilies van de Caridea zijn -vanuit commercieel perspectief bezien- de Pandaloidea, met de Pandalus borealis ,en de Crangonoidea, met de Crangon crangon.

DIEPZEEGARNAAL (PANDALOIDAE)

De pandalus borealis of diepzeegarnaal wordt onder meer in de Noordzee gevangen, en vooral in de Noorse fjorden. We noemen ze om die reden meestal Noorse garnalen.

EENHOORNGARNAAL (PANDALOIDAE)

Deze garnaal, de parapandalus narval komt vooral voor in de diepere gedeelten van de Middellandse zee en het aansluitend gedeelte van de Atlantische oceaan. Belangrijke vangstgebieden zijn de Canarische eilanden en Madeira.

NYLONGARNAAL (HETEROCARPUS)

Uit een ander deel van de wereld, de Indische en Zuidoostelijke gedeelten van de Stille oceaan komt de heterocarpus reedi, een soortgenoot van de Mino (nylon garnaal), die rond Japan wordt aangetroffen.

CRANGON CRANGON (CRANGONIDAE)

De grijze garnaal is een kleine garnaalsoort die we onder meer kennen als de Hollandse of Noordzeegarnaal. Deze crangon crangon komt vooral in kustwateren voor met een zandige of modderige ondergrond in het zuidelijk deel van de Noordzee, maar ook in de Baltische zee en de Zwarte zee.

DENDROBRANCHIATA

PENAEOIDAE

De Peneaoidae is de grotere superfamilie die vijf levende en drie fossiele families kent, d.w.z. families waarvan vermoed wordt dat deze zijn uitgestorven. De garnalen in deze familie zijn relatief groot, 10-20 cm, enkele tot wel 30 groot.

De eerste drie paar maxillipeds, die als mondwerktuig dienen, hebben een pincetachtig uiteinde, de twee daaropvolgende zijn puntig. De vrouwtjes leggen tussen 50.000 en 1 miljoen eiren, die zij niet broeden, maar direct in het water 'werpen'. De eerste fase van de ontwikkeling van de garnaal uit het ei is de larvale vorm, de naulius genoemd. Deze voedt zich in eerste instantie met de eigeel-reserves in hun lichaam. De larve doorloopt daarna verscheidene stadia door, tot ze na 12 dagen het stadium van jong-volwassene bereiken en al alle kenmerken van een volwassen dier hebben. In dit stadium treken de dieren naar voedselrijk, ondiep water, de estuaria of riviermondingen. Ze verlaten dit brakke water en keren wanneer ze volwassen zijn naar hun leefmilieu, de zee of het meer. Daar leven de meeste soorten in de bentische zone, dat is vlak boven en direct onder de bodem.

Belangrijke soorten Penaeoidae vanuit commercieel perspectief zijn de Rode garnaal (Aristeus antennatus), de Penaus monodon of Grote tijgergarnaal en de Japanse Kuruma garnaal (Penaus japonicus).

GROTE TIJGERGARNAAL (PENAEIDAE)

De peneaus monodon leeft in de Indische en Zuidoostelijke gedeelten van de Stille oceaan van Oost-Afrika tot Zuidoost-AziË en is daar de meest gegeten soort.

KURUMA GARNAAL (PENAEIDAE)

De Japanse tijgergarnaal, de marsupeneaus japonicus met zijn karakteristiek geel-gestreepte rug heeft een leefgebied dat zich uitsrekt van Japan tot aan de Rode en de Middellandse Zee.

RODE GARNAAL (ARISTEIDAE)

De forse blauwe of rode garnaal, de aristeus antennatus heet in Italië de gambero rossi (mv: gamberi rossi). De kop van een gamba is bloedrood en de staart bleek met een typerende blauwe vlek. Ze leven in de Middellandse Zee en in een gebied dat zicht uitstrekt van tropisch West-Afrika tot aan India.

INDISCHE GARNAAL (PENAEIDAE)

De peneaus indicusis een witte garnaal die in de Stille oceaan leeft en op grote schaal wordt gevangen.

BANAANGARNAAL (PENAEIDAE)

De peneaus merguiensis leeft onder andere in de Indische en Stille Oceaan van Iran tot Australië , bijna net zo belangrijk voor de visserij in Zuidoost-Azië als de Indische garnaal.

NOORDELIJKE BRUINE GARNAAL (PENAEIDAE)

De peneaus aztecus wordt op grote schaal gevangen aan de westkust van Florida en de Golf van Mexico. Het is een zeer gewilde garnaal, die zo'n 20 cm lang wordt. Er wordtvanuit de VS veel gedaan aan de ontwkkeling van duurzame vangsttechnieken.

PLEOCYEMATA - CARIDEA

PALAEMONIDAE

De garnalen van de superfamilie Palaemonidae voeden zich met ongewervelde dieren die ze op de bodem van de zee vinden. Ze zijn daartoe uitgerust met scharen.

Ze leven in de warmere water van gematigde zones. Er zijn soorten die zout water prefreren, andere juist in zoetwater, zoals de steurgranaal of in brak water, zoals de roodsprietgarnaal. Verscheidene soorten zijn langs de Europese kusten te vinden, zoals langs rotsachtige kusten en langs dijken. Bij onraad verstoppen ze zich graag tussen wier en stenen.

De 950 soorten in deze superfamilie behoren tot de Palaemoninae en de Pontoniinae, die op koraalriffen leven. De Palaemoninae zijn commercieel de belangrijkste, met de roodsprietgarnaal (Palaemon adspersus) de steurgarnaal (Palaemon serratus) en de Rosenberg garnaal (Macrobrachium rosenbergii).

ROODSPRIETGARNAAL (PALAEMON)

De palaemon adspersus leeft in de Deense straat van de Baltische zee en heet daarom wel de Baltische garnaal. Hij wordt zo'n 7 cm lang.

STEURGARNAAL (PALAEMON)

De steurgarnaal, de palaemon serratus is zo'n decimeter groot en heeft een transparant lijf, voorzien van roodbruine strepen. Kenmerkend zijn de gekleurde, meestal geel-bruine banden onder meer op de voorste twee paar poten

ROSENBERG GARNAAL (MACROBRIACHUM)

De grote zoetwatergarnaal, de rosenberggarnaal of macrobrachium rosenbergii, is een zoetwatergarnaal die voorkomt in in het noorden van Australi&eumnl;, Zuidoost-Azië en het Indiaas continent. Hij kan wel 30 cm lang worden.

Bronvermelding update maart 2020

Decapoda, tienpotigen | Wikipedia (EN/NL) Fossiele decapoda | overdruk uit het tijdschrift Gea van 1998, auteur G. Zuidema Peneaus merguiensis | KGT Shrimp library Identificación de especies pesqueras de las costas de Andalucía |ctioterm database Prawns of Japan and the worldLindsey G. Ross, 2001 CRC Press ISBN 9789054107699 DUURZAAMHEID Shrimp | EDF Seafood selector Certificated Fish to eat, Australian northern prawns | MSC Marine stewardship council Fishspecies to eat and not eat, prawns | Sassi (South african sustainable seafood initiative (WWF) Mangrove protection Ca Mau province | SNV World See in Not, ein Bestandsaufnahme | Hans-Peter Rodenberg, 2004 Mareverlag ISBN 9783936384499 Worm's taxon details | Worm, World Register of Marine species