top
Komijn
Cuminum cyminum
Komijn
 
Komijn - Cuminum cyminum ©2012

Komijn

Komijn is een bloeiende plant uit de familie van de schermbloemachtigen Apiaceae, waarvan hoofdzakelijk de gedroogde splitvruchtjes worden gegeten. De jonge blaadjes worden rauw (in salades) gegeten.

De komijnplant is een rijkt vertakte plant met gesegmenteerde blaadjes, vergelijkbaar met de blaadjes van venkel, maar kleiner en donkergroen van kleur. De plant wordt circa 30 cm hoog, zelden hoger. Komijn heeft kleine wit-rose bloempjes en draagt splitvruchten welke wij in het spraakgebruik komijn'zaden' noemen.

Komijn groeit in de tropen en subtropen, bij temperaturen tussen 25 en 30°, en kan goed tegen droogte. Het groeiseizoen van komijn is kort, 100-200 dagen.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

Verse mkomijn is niet of nauwelijks te verkijgen, komijnzaad- al dan nietg vgemalen - is algemeen verkrijgbaar.

Culinair gebruik en bereiding

Houdbaarheid (bewaaradvies)

slotregel

Oorsprong en verspreiding

Komijn wordt al ver voor de jaartelling gecultiveerd, bijvoorbeeld in Egypte en Perzië (Turkmenistan), waar het vermoedelijk zijn oorsprong heeft. Van oudsher wordt komijn gebruikt in een uitgestrekt gebied tussen het oostelijk gedeelte het Middellandse zeegebied en India.

De Egyptenaren gebruikten komijn zowel als kruid als bij mummificatie. Bij het brood aten ze dukka, een mengsel van komijn, koriander en kaneel, met geroosterde noten, knoflook en zout. De Grieken gaven net als de Marokkanen nu, komijn een prominente plaats op tafel. De Romeinen bereidden er een cake van die aan het einde van de maaltijd werd gegeten met het oog op een goede spijsvertering. Behalve komijn bevatte deze cake ook anijs.

Komijn wordt over de hele wereld verbouwd inmiddels ook in Zuid-Amerika. De grootste producent is India, dat 70% van de wereldproductie voor rekening neemt, maar het leeuwendeel ervan zelf consumeert. De komijn op de Nederlandse markt is afkomstig uit Egypte, Turkije en Iran, ook al vermeldt de verpakking in de regel de Indonesche naam djinten, daar komt het zéker niet vandaan. De oogst in deze regio's vindt in juni/juli plaats, gedurende de warme zomermaanden, in tegenstelling tot de oogst in India die al in februari start.

Taalkundige aspecten, etymologie

Nomenclatuur

De botanische geslachtsnaam is ontleend aan de Griekse benaming van komijn kúmĩnon, op haar beurt afgeleid van het Arabische kammũn.

Populaire benaming

Taalkundige aspecten, etymologie

De Nederlandse benaming is vermoedelijk in de12eeeuw uit het Oudfrans overgenomen (comin). In het Chinees gebruikt men het Perzische leenwoord zīrán naast xiǎo huíxiāng, wat kleine venkel betekent.

Benamingen in diverse talen

engels
cumin
frans
cumin
italiaans
cumino
spaans
comino
duits
 
arabisch
 
turks
 
hindi
jeera
indonesisch
djinten
japans
 
vietnamees
 
chinees
zīrán 孜然
kantonees
zi jin
 
slotregel

Bronvermelding update februari 2023

Zīrán | Victor Mair Language log 2014 Nutritional attributes of herbs | Crop & Food Research Confidential Report No. 1891, L.J. Hedges & CE Lister, april 2007 Apiaceae | Wikipedia (EN) Plant database | The plantlist, Royal Botanic Gardens, Kew and Missouri Botanical Garden Spice production in Asia - an overview | N. Chomchalow, Assumption University, Thailand Etymologiebank komijn | Etymologiebank.nl (M. Philippa, Etymologisch Woordenboek van het Nederlands) Cumin | Botanical.com Spices in ancient Egypt | Hungry history