De familie omvat 50 geslachten met 1.200 plantensoorten, waaronder de eetbare zuringsoorten (Rumex), boekweit (Fagopyrum) en rabarber (Rheum). Maar de familie omvat ook een minder bekende eetbare soort: de Stranddruif (Coccoloba) in Suriname onder meer bekend onder de naam 'droifi' en Vietnamese koriander (Persicara odorata).
De duizendknoopfamilie omvat planten, bomen, struiken en klimplanten. De bladeren staan verspreid aan de stengel, en hebben aan de voet een vergroeiïng van twee steunblaadjes. Zo'n vergroeiïng wordt een ocrea genoemd, met een nederlands woord tuitje of kokertje. Behalve planten uit de Duizendknoopfamilie hebben ook de Ficus en de Plataan zulke ocrea's.
De Boekweit is een pseudograan. Omdat het geen gluten bevat, is het eigenlijk niet geschikt voor de (brood)bakkerij. In Italië wordt het gebruikt voor de bereiding van polenta en pasta (pizzoccheri), in ons land voor poffertjes.
rabarber is al duizenden jaren bekend als medicijn, maar wordt pas sinds de 19e euw gegeten, althans de stelen. Deze zijn zuur door het hoge gehalte oxaalzuur.
Vietnamese koriander of Rau răm is een blad dat de kenmerken heeft van sereh en culantro, en daar ook door vervangen kan worden. Een andere vervanger is het blad van de moerasanemoon.
Zuring groeit bij voorkeur op zure grond en smaakt zuur door het hoge gehalte oxaalzuur (als bij rabarber). De minst zure soort is de Spaanse zuring.
Het woord Polygonaceae betekent veelknopigheid, in het Nederlands vrij vertaald naar een duizendtal.