top
Valse banaan (enset)
Ensete ventricosum
Valse banaan
Enset-producten
Valse banaan (enset) - Ensete ventricosum (Ethiopië) © 2012

Valse banaan

Ensete ventricosum

De valse banaan is één van de plantensoorten in het geslacht Ensete, dat met het geslacht Musa de bananenfamilie vormt. Niet de vruchten van deze plant worden gegeten, maar het merg.

De plant wordt in Ethiopië enset genoemd, wat banaan betekent. Enset levert één van de belangrijkste voedingsproducten in het land: kocho. Dat is in het zuiden en zuidwesten van Ethiopië nog belangrijker voedsel dan enig graan, en dat zegt veel voor een graanland als Ethiopië is.

De Enset ventricosum is een niet-verhoute monocarpische kruidachtige plant, net als de gewone banaan, en geen boom. Hij maakt deel uit van het geslacht Ensete, dat slechts 25 plantensoorten omvat, die verspreid over de Oude Wereld voor komen. De Valse banaan is een groenblijvende, meerjarige plant met rechtopstaande, elkaar overlappende bladeren, met roze-rode middenrib. Hij kan wel tien tot elf meter hoog worden. De bladeren worden gemiddeld vijf meter lang, en staan rechtop. De stelen van de bladeren vormen een conische schijnstam, die tot enorme proporties kan uitgroeien, in het wild meters in omtrek, gedomesticeerd meer dan een meter, en twee tot vijf meter hoog.

In het laatste jaar van zijn bestaan ontwikkelt de Ensete een rechtopstaande bloeiwijze in het hart van de plant, met donkerrode bloemen. De mannelijke bloemen bevinden zich aan het uiteinde, de top. De bloeiwijze is net als de 'buik' gigantisch, twee tot drie meter lang. De vruchten worden alleen gevormd in het onderste deel van de bloeiwijze. Een grote bol van gele vruchten met zwarte stippen, vol grote, zwarte zaden. Na de bloei sterft de plant af, in het wild veelal in het tiende jaar.

De vermenigvuldiging vindt plaats door zaad, behalve bij gedomesticeerde planten, die vermeerderd worden door 'opslag', jonge stammetjes of takken die uit de voet van de plant groeien.

De eetbare gedeelten van de plant zijn het rhizoom, het merg, de jonge bloeiwijzen en jonge, malse vezels in de groeitop (meristeen), vergelijkbaar met palmhart. Het merg, dat wordt gewonnen uit de voet van de plant, is rijk aan zetmeel, en wordt in het vijfde jaar geoogst. Om constant te kunnen oogsten, worden de ensets in jaarlijkse blokken geplant.

De enset is de plant met de hoogste voedselproductie van alle planten:

De groene delen

Het hart van de bloeiwijze wordt als gronte gebruikt. Het wordt als palmhart of artisjok gekookt. Ook de ribben van de jonge bladeren worden gegegeten. Ontdaan van het blad worden de ribben fijngesneden en gekookt. De smaak is als die van bleekselderij. Ook het merg uit de ribben levert een smakelijke groente op.

De stam

Het bruikbare gedeelte van de stam zijn de vlezige bladeren en hun stengels. Zij bevatten merg, dat afgeschraapt. De beste kwaliteit is het lichte, bijna witte merg. Second grade is het groenige merg van met name de bladeren. De beste kwaliteit wordt gewonnen uit het melkachtig sap dat verkregen wordt door het merg uit te persen. Deze bulla wordt gebruikt om - met wat melk - pap te maken of tot zetmeel te verwerken. Van het ruwe, vezelrijke merg wordt kocho gemaakt.

De rhizomen

De knolvormige, jonge uitlopers van het rhizoom worden amicho of amulcho genoemd, en worden net als cassave of aardappel gegeten. Het rhizoom zelf wordt net als het merg van de bladeren tot kocho verwerkt. De volgroeide rhizomen zijn eveneens een bron van zetmeel.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

Geen van de genoemde producten is hier eenvoudig te verkrijgen. In Ethiopië zelf is kocho goed verkrijgbaar, bulla echter niet. Dat wordt nog altijd gezien als een inferieur product, zijn prachtige kazige smaakpalet ten spijt. Dit 'restproduct' van de fabricage van kocho, krijgt inmiddels de steun van Slowfood foundation.

Bulla wordt in het zuiden van Ethiopië gebruikt om een couscous- of maftoul-achtig product te maken, door de meel te mengen met boter en specerijen, en het meel te rollen. In westelijk Oromia maakt men er een gelei van, eveneens met boter, en met melk.

Van kocho wordt onder meer ardisame gebakken, een knapperig 'dubbelgebakken' platbrood (net als knäckebröd).,

slotregel

Oorsprong en verspreiding

De Ensete ventricosum is inheems in in tropisch Oost-Afrika, in een zone van Ethiopië en Congo tot het noorden van Zuid-Afrika (Transvaal), .

De natuurlijke habitat is het bergachtig regenwoud, en langs water op een hogte van 1500 - 3000 meter. De planten worden al (tien)duizenden jaren als voedsel gebruikt en al duizenden jaren verbouwd. Deze culturen zijn voor het eerst beschreven door missionarissen als Jerónimo Lobo in de zeventiende eeuw. In de negentiende eeuw is de teelt in een periode van politieke onrust volledig in de vergetelheid geraakt.

De Sombo, een volk dat in het zuiden van Ethiopië leeft, was daardoor in de jaren tachtig van de vorige eeuw volledig aangewezen op granen toen de droogte toe sloeg, en miljopenen mensen in hongersnood bracht (1984-85). Er was geen teff, geen sorghum, geem maïs, het dagelijks voedsel van de Sombo.

Velen stierven de hongersdood, wanneer ze niet weg wisten te komen naar Woliso of Adis Abeba, waar wel voedsel was. Voor degenen die de bergen in trokken, was de wilde banaan (enset) groeit. Daar herontdekten ze de voedzame plant, en namen die uiteindelijk weer mee naar Sombo, hun woongebied, om het te planten. Bij de daaropvolgende voedselcrises van 1992 (ziekte onder de koffieplanten en de granen) en 2000 (wederom een lange periode van droogde), betaalde die inspanning zich uit.

De enset was inmiddels zo onderdeel van het voedingspatroon geworden, dat een crisissituatie als in 1984-85 niet meer terugkeerde. De plant wordt wel liefkozend 'de boom tegen de honger' genoemd, maar zijn echte naam is 'worqe', wat mijn eigen goud betekent.

Momenteel is zeker 150.000 hectare in cultuur, en voorziet de enset in dagelijks voedsel voor meer dan 10 miljoen mensen in het zuiden van Ethiopië. De regering van Ethiopië is in de afgelopen jaren projecten begonnen om de verbouw van enset te propageren in gebieden, waar deze nog niet (zo) bekend is, onder meer in Tigray en Amhara.

Taalkundige aspecten, etymologie

De botanische naam is in 1947 gepubliceerd in het Kew bulletin door Cheesman. Het epitheton ventricosum is afgeleid van het Latijnse verticosus, dat 'buikig' betekent, wijzend op de dikke schijnstam van vlezige stengelresten van afgestorven bladeren.

In het Zuid-Afrikaans wordt de enset wildepiesang genoemd.

Vertaling valse banaan

engels
false banana
frans
bananier d'abyssinie
italiaans
 
spaans
bananero de abisinia (etiopia)
duits
abessinische banane
arabisch
 
turks
 
hindi
 
indonesisch
 
japans
 
vietnamees
 
chinees
 
 

Bronvermelding update juli 2020

Enset in Ethiopia: a poorly characterized but resilient starch staple | James S. Borell Annals of Botany, Volume 123, Issue 5, 11 April 2019, Pages 747–766, https://doi.org/10.1093/aob/mcy214 Enset: an environmental blog | Enset environment Bulla Slowfood foundation for biodiversity Ensete Slowfood foundation for biodiversity Faced with climate change, Ethiopia rediscovers an ancient staple crop | Made for minds Bulla Slowfood foundation for biodiversity Fermentation of Enset (Ensete ventricosum) in the Gamo Highlands of Ethiopia: Introduction of Sauerkraut Jars | Ellen Gorren Thesis 2018 KU Leuven via Vlaamse scriptie bank Natural fermentation of Enset (Ensete ventricosum) for the production of Kocho | Kelbessa Urga e.a. Ethiop. J. Health Dev. 1997;11(1):75-81 Making kocho, false banana (enset) bread | Linda de Volder YouTube 2012 Enset | National Research Council 2006 Lost crops of Africa, Volume II Vegetables The National Academic Press New York ISBN 978-0-309-10333-6 https://doi.org/10.17226/11763. Ensete ventricosum | Plants for a future Enset | Gastro obscura Ensete ventricosum | Sanbi South African national biodiversity institute Ensete ventricosum | Wikipedia (EN) The microbiology of Kocho: An Ethiopian Traditionally Fermented Food from Enset | Karssa, Tiruha & Ali, Kebede & Gobena, Edessa Negera. (2014) International Journal of Life Sciences. 8. 7-13. 10.3126/ijls.v8i1.8716.