top
Fabaceae
Vlinderbloemfamilie
Fabaceae
De Fabaceae op deze site
LUPINE - LUPINES

Fabaceae

Alle planten in de vlinderbloemfamilie dragen peulvruchten (bonen). Van de meeste planten in de familie is de vrucht het enige eetbare deel, maar van sommige planten, zoals de yamboon, worden ook andere delen gegeten.

Alleen planten in deze familie hebben peulvruchten, buiten deze familie komen peulen niet voor. De bekendste peulen zijn meerzadig, maar er bestaan ook eenzadige peulen. Over het algemeen wordt de term "peulvrucht" gebruikt voor de zaden uit peulen, zoals erwt, linze, tuinboon, etc. Sommige peulen worden in hun geheel gegeten, zoals peultjes en sperziebonen, de meeste vers, behoudens de peul van de aidenboom, de prekese, die wordt gedroogd.

De vlinderbloemenfamilie is een uitgebreide familie met 236 geslachten en meer dan 2500 plantensoorten. Sommige geslachten bevatten maar een enkele plantensoort, soms zelfs maar één, zoals de kikkererwt (Cicer), andere geslachten zijn zeer uitgebreid, zoals de lupine (Lupine).

Zoals gezegd zijn de peulen een gemeenschappelijk kenmerk, maar van een aantal plantensoorten in de vlinderbloemenfamilie worden niet alleen de peulen, of worden de peulen zelfs helemaal niet gegeten, zoals de yamboon en de kudzu,. Van deze laatste worden de bloemen en de wortels (als bindmiddel) voor consumptie gebruikt.

Gezondheidsaspecten

Voedingswaarde, gezondheidsrisico's

Veel soorten uit de vlinderbloemenfamilie kennen een symbiose met bacteriën die op de wortelknollen leven, Deze bacteriën zijn in staat om (di)stikstof uit de lucht te binden, waardoor de ppnaten geen of veel minder meststoffen nodig hebben om te groeien, en waardoor ze ook veel meer eiwitten produceren dan andere planten.

Eén van die eiwitten is lectine, die je ook aan treft in tomaten, noten en aardappelen en fruit, en in pinda's, zelf ook een peulvrucht. Eiwitten maak je ze beter verteerbaar door ze te verhitten, en in het geval van lectines schakel je daar mee de negatieve effecten uit.

Het Voedingscentrum geeft aan dat lectines (er zijn veel soorten van) de werking van de darmen kunnen ontregelen, uiteindelijk in ernstige mate en zelfs nierschade ten gevolge hebbende. Het adviseert om die reden rauwe bonen na ze - minstens vier uur - geweekt te hebben minimaal 10 minuten te koken.

In zijn algemeen is een kooktijd van 10 minuten voor bonen voldoende, ook voor verse bonen. Koken in water verdient de voorkeur boven stomen, en slowcooking (bij temperaturen ruim onder het kookpunt) is sowieso geen aanrader voor de bereiding van bonen.

Omdat de hoeveelheid lectine in jonge bonen gering is, kun je deze minder gaar eten dan oudere bonen, en zelfs rauw. Denk daarbij aan sperzieboontjes, peultjes en (jonge) doperwtjes.

Bronvermelding update maart 2022

Fabaceae | USDA National resources conservation service, databse