top
Zwartmoeskervel
Smyrnium olusatrum
Zwartmoeskervel
Zwartmoeskervel op de site
Zwartmoeskervel - Smyrnium olusatrum

Zwartmoeskervel

Smyrnium olusatrum

Een 'kervel' die naar selderij smaakt, is de zwartmoeskervel, een tweejarige, kruidige plant die ook wel wilde selderij wordt genoemd.

Het is een vrij onbekend kruid, waarvan alle delen eetbaar zijn: de bladeren, de stengels, de vruchten, de zaden, de wortel en de voorjaarsscheuten. De stengels zijn worden hol naarmate de plant ouder wordt. De bladeren zijn lichtgroen van kleur en drietallig of tweevoudig drietallig. Ieder deelblaadje is elliptisch tot rond, en licht getand.

Het is een fors kruid, dat wel anderhalve meter hoog kan worden, en groeit op voedselrijke halfbeschaduwde grond, tussen struiken en onkruid in. In het eerste seizoen is de plant vooral druk met het ontwikkelen van wortels, waarin de voedselvoorraad voor het winterseizoen wordt opgeslagen.

De bloeiwijze is typisch voor schermbloemigen (Apiaceae). De bloemen staan op vrij lange stelen. De bloemschermen bestaan uit mannelijke en hermafrodiete bloemen, in een verhouding van ongeveer 4 : 1. Alleen de hermafrodiete bloemen produceren het zaad. De plant heeft zwarte dopvruchten, zo'n 4-5 mm groot. Een kenmerk van een dopvrucht is, dat deze niet open springt. Iedere vrucht bevat één enkel zaadje, één enkele plant draagt drie tot negenduizend zaden, afhankelijk van de locatie.

De voortplanting vindt geheel door zaad plaats. De verspreiding berust op verstrooiing door wind of fysiek schudden. Er zijn geen aanwijzingen dat de zaden door zoogdieren of vogels worden verspreid. De vruchten zijn relatief zwaar en vallen niet ver van de moederplant. Veel vruchten blijven de hele winter stevig aan de schermbloem vastzitten en drogen volledig uit.

Ze kunnen al in augustus geoogst worden. Door ze dan al te zaaien, bereik je dat de plant nog voor de vorst ontkiemt. In het komende voorjaar groeien de planten rozetvormig uit. Daarna gaan ze in zomerrust. Het bovengrondse deel sterft af, om voor de winter begint weer op te komen. Ze groeien dan uit en blijven de hele winter groen. In het tweede voorjaar vormt de plant de bloemstengel om van april tot juli te bloeien. De bloemen ruiken heerlijk zoet en bevatten veel nectar. Ze zijn geel tot geelgroen van kleur.

Praktisch alle delen van de plant worden als voedsel gebruikt: de wortels, de (jonge) bladeren, de vruchten en de zaden.

Culinair gebruik en bereiding

De jonge blaadjes en stengel worden beide als groente gebruikt. Ze kunnen al vanaf het eerste voorjaar geplukt worden. Wanneer ze gekookt worden, kleuren de blaadjes donker, zoals bij spinazie gebeurt. Kook (of stoom) de blaadjes en de stengels afzonderlijk. De stengels stoom je in 5-10 minuten gaar. Dien ze op met boter en citroen(sap).

Je zult misschien denken dat de stevige, holle bloemstengels niet eetbaar te maken zijn. Integendeel, het is best gemakkelijk, en het loont, want ze kunnen heerlijk zoet zijn. Het beste kun je de stengel eerst in bewerkbare stukken snijden, van knoop tot knoop bijvoorbeeld. Snijd de buitenste, vezelige millimeters weg tot je de sappige kern overhoudt.

De jonge vruchten en bloemknoppen worden op azijn gezet om gebruikt te worden in salades, zoals kappers gebruikt worden. De knoppen worden rauw ingemaakt, terwijl de taaiere stengels een nacht in zout worden gepekeld voordat ze in de gekruide azijn worden gedompeld. De droge zaden worden als peperig kruid gebruikt. Ze zijn ietwat bitter. De stengels worden geblancheerd zoals bleekselderij gegeten; de wortel wordt als groente gegeten, net als pastinaak.

De jonge scheuten zijn een ware delicatesse.

slotregel

Oorsprong en verspreiding

De zwartmoeskervel komt van oorsprong uit het Middellandse zeegebied, vermoedelijk uit Macedonië, en is door de Romeinen, die de plant als groente verbouwden, over Europa verspreid.

Zwartmoeskervel werd al in het Neolythicum gegeten en in het Stenen tijdperk verbouwd. De plant was heel populair in de vierde eeuw voor Christus onder Alexander de Grote (336 - 323 voor Christus), geboren in Macedonië. Bij de Grieken was de plant bekend onder de naam 'hipposelinon', wat paardenselderij of -peterselie betekent. In de Materia medica staat dat ook toen al zowel de wortels als de bladeren gegeten werden.

De Romeinen aten alle delen van de plant en noemden het potkruid van Alexandrië. De plant werd in het Latijn Petroselinum alexandrinum genoemd, de peterselie van Alexandrië. Het werd algemeen gebruikt ten tijde van de Romeinse kolonisatie van Brittannië, en was een van de vele culinaire soorten die hun legers meebrachten na hun invasie in het jaar 43 na Christus.

De Romeinen noemden de plant ook wel de 'mirre van Achea', wat Griekse mirre betekent. In de Arabisch-Andalusische periode werd de plant 'karats' genoemd, wat net als 'hipposelinon' verwijst naar selderij.

In de Middeleeuwen werd zwartmoeskervel in de tuinen van keizerlijke landgoederen en kloosters verbouwd. Zwartmoeskervel is opgenomen in de Capitulare de villis, waarin het 'olisatum' wordt genoemd.

Het groeigebied van de zwartmoeskervel omvat grote delen van Eujropa van de Middellandse zee tot de meest noordelijke locatie, Schotland. Hij komt niet in Scandinavië voor. Je vindt de plant op vochtige plaatsen, in bosranden, vochtige duinen en op kustkliffen. De aanwezigheid op de Europese eilanden, ook die in de Middellandse zee is het gevolg van menselijk handelen, daar de zaden niet drijven.

In ons land groeit de zwartmoeskervel slechts op enkele plaatsen, onder meer op het eiland Texel, waar hij inmiddels weer vrij algemeen voor komt. Wij adviseren om wilde gewassen zoals zwartmoeskervel alleen te plukken op basis van het advies van een deskundige en in overeenstemming met het geldend natuurbeheer. (zie ook de disclaimer)

De kans dat je zwartmoeskervel tegen komt is overigens vrij klein. Van het kruid op Texel is bekend dat het in 1944 is herontdekt in een eendenkooi, nadat het voor het laatst in 1863 op Texel was gesignaleerd. Vermoedelijk werd zwartmoeskervel op Texel verbouwd toen het ook in Engeland in de mode was, in de zestiende eeuw. Tot de negentiende eeuw werden de stengels van de zwartmoeskervel vrij algemeen gebruikt, maar werden verdrongen door bleekselderij. De stengels werden bij voorkeur geblancheerd, en de bladeren als kruid gebruikt.

Zwartmoeskervel wordt op beperkte schaal verbouwd in een aantal landen aan de Middellandse zee, zowel aan de Europese als aan de Afrikaanse kant, en op de Canarische eilanden.

Taalkundige aspecten, etymologie

De geslachtsnaam smyrnium is afgeleid van het Griekse mirra, de benaming van mirre, een aromatische olie. Volgens Plinius (70 na Christus) kreeg het de naam Smyrnium vanwege zijn kenmerkende mirreachtige geur. Smyrnium is een synoniem voor myrrhus of mirre, waarnaar ook de Roomse kervel is vernoemd. De soortnaam olusatrum komt uit het Latijn, van 'olus atrum', wat zwart gewas betekent, vanwege de zwarte dopvruchten. Hiervan is ook de Nederlandse benaming afgeleid.

Benamingen in diverse talen

engels
alexanders, black lovage
frans
maceron, persil de cheval
italiaans
corinoli comune o macerone
spaans
pio caballar
duits
pferde-eppich
indonesisch
 
japans
 
vietnamees
 
chinees
 
kantonees
 
 
slotregel

Gezondheidsaspecten

Voedingswaarde, gezondheidsrisico's

Zwartmoeskervel is rijk aan etherische olie, waaronder furanosesquiterpenoiden (54.1-76.2%) waarvan isofuranodiene het belangrijkste bestanddeel is. Deze olie wordt beschouwd als een remmer van de ontwikkeling van borst- en prostaatkanker.

slotregel

Bronvermelding update februari 2023

How and Why to Cook with Alexanders | Rachel Lambert, Wildwalks recepten Smyrnium olusatrum L. | R. E. Randall, Journal of Ecology (1975), 63, 335–344. https://doi.org/10.1046/j.1365-2745.2003.00761.x The Ethnobiology of Contemporary British Foragers | Łuczaj, Ł., Wilde, M., & Townsend, L. (2021). The Ethnobiology of Contemporary British Foragers: Foods They Teach, Their Sources of Inspiration and Impact. Sustainability, 13(6), 3478. Attribution (CC BY) license (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/). Smyrnium olusatrum | Wikipedia (EN/DU/FR) Zwartmoeskervel | Wilde planten A forgotten vegetable, Smyrnium olusatrum, a rich source of isofuranodiene | Publimed Antiproliferative Evaluation of Isofuranodiene on Breast and Prostate Cancer Cell Lines | Michela Buccioni e.o. 2014, The scientific world journal Zwartmoeskervel | Ecomare Alexander (herb) | The foods of England Zwartmoeskervel | H.Koningen, Stichting oase (pdf) Alexanders (Smyrnium olusatrum) | FAO Neglected crops