Het is een overblijvende plant met een penwortel. In het tweede jaar loopt hij uit, vormt scheuten en bloeistengels, om na de bloei frisgroene dopvruchten te geven. Iedere vrucht bevat één enkel zwart zaadje van 7-8 mm grootte. Een kenmerk van een dopvrucht is, dat deze niet open springt. De zaden blijven daardoor lang aan de plant, de taaie, leren zaadwand beschermt het zaadje tegen uitdroging. Voor de vermeerdering worden de zaden ruim voor de vorst, in augustus, geoogst om direct ingezaaid te worden, zodat de nieuwe planten kunnen ontkiemen voor de vorst komt.

Practische zaken

Aankoop en verkrijgbaarheid

Het zaad wordt vrijwel uitsluitend aangeboden voor de vermeerdering van de plant, verpakt per 10 stuks. Deze moet je beslsist niet eten. In Frankrijk zijn Maceran graines voor culinair gebruik verkrijgbaar van het merk Rivesaline. Een potje met 80 gram kost circa 5 €; ook verkrijgbaar in een molentje.

Culinair gebruik en bereiding

In de kenmerkende geur van de zaden herken je duidelijk cuminaldehyde, de essentiële olie die verantwoordelijk is voor de geur van komijn. Het aroma is overall een combinatie van mirre en komijn.

De jonge vruchten en de bloemknoppen worden op azijn gezet om gebruikt te worden in salades, zoals kappers gebruikt worden. De droge zaden worden als peperig kruid gebruikt. Ze kunnen normaliter met de pepermolen gemalen worden. Ze kunnen ietwat bitter zijn.