Het geslacht zuring omvat 130 soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden plantensoorten, een aantal is eetbaar, ondanks het oxaalzuur, een stof waar je altijd een beetje voorzichtig mee moet zijn.
Schapenzuring is een eenjarige plant, die een halve meter hoog kan worden. Schapenzuring wordt in het wild vooral gevonden op kalkarme, droge zand-, heide- of veengrond. Vaak zijn dat gronden die aleen geschikt zijn voor beweiding met schapen. De schapenzuring heeft lange wortelstokken - rhizomen - met uitlopers, in tegenstelling tot de veldzuring, die een penwortel heeft. Uit deze wortelstok ontwikkelen zich nieuwe planten. Daardoor is hij moeilijk uit te roeien waar hij invasief is, zoals het geval is in de blauwebessenteelt.
Schapenzuring wordt op kleine schaal geteeld om het jonge blad, dat als groente gegeten wordt. De blaadjes zijn klein (hoogstens 5 cm lang) en spiesvormig, met afstaande voetslippen. Ze hebben een blauwe gloed. De onderste bladeren staan op een lange steel, de bladeren hoger in de plant op een kortere.
Schapenzuring is tweehuizig, er zijn planten die bloemetjes met eicellen vormen en planten die bloemetjes met mannelijke voortplantingscellen (pollen) voort brengen. De eerste, de vrouwelijke planten zijn aanzienlijk groter dan de mannelijke. De bloemen van de veldzuring groeien in ranke pluimen en zijn roodbruid (kastanjekleurig). Veldzuring bloeit vanaf april.
De vrouwelijke planten vormen dopvruchtjes (nootjes), die net als de bloemen rood zijn en vrij lang aan de plant blijven. Zij bevatten de zaden die wanneer de nootjes van de plant vallen, zorgen voor de vermeerdering.
Gebruik uitsluitend de malse, jonge bladeren. Deze worden rauw in salades en soep gegeten. De bladeren kunnen gedroogd worden voor later gebruik. dat geldt ook voor de wortelstok, die na droging vermalen wordt, en als grondstof dient vor het maken van pasta (noedels).
Wanneer zuring aan een gerecht wordt toegevoegd, zorg er dan voor het pas het laatste moment te doen. Door lange verhitting wordt de smaak gauw onaangenaam.
Omdat oxaalzuur koper aan tast, gebruik je nooit koperen pannen voor de bereiding van zuring of rabarber.
De Grieken, Romeinen en Egyptenaren verbouwden zuring, om het te gebruiken in vette gerechten. Zij waren er van overtuigd dat zuring de spijsvertering bevorderde. Daar zaten ze niet ver naast. In de Middeleeuwen werd zuring gebruikt tegen scheurbuik, en was heel populair op de Britse eilanden. De bladeren werden veelal gevijzeld om een groene saus van te maken bij gerechten met gans of varken.
Tot 2012 kwam schapenzuring in ons land voor op de Rode lijst van bedreigde plantensoorten, inmiidels niet meer.
De geslachtsnaam Rumex is door Plinius de Oudere in de eerste eeuw na Christus geïntroduceerd, geschreven als rŭmex of rumǐcis', vermoedelijk duidend op de spiesvorm van het blad (rŭmex betekent werpspies). Ook de soortnaam acetosella komt uit het Latijn, van acetum dat azijn betekent. De Middeleeuwse benaming surkele leeft voort in de naam zurkel die nog wel gehanteerd wordt, en in het Engelse sorrel. De Middeleeuwse benaming surkele leeft voort in de naam zurkel die nog wel gehanteerd wordt, en in het Engelse sorrel.
Veldzuring is rijk aan vitamine C. Eet er geen grote hoeveelheden van, het oxaalzuur in de plant kan bij kleine kinderen tot oxaalvergiftiging leiden en bevordert de vorming van nier- en blaasstenen.