De Champagne Rode Rabarber is zo'n vergeten groente, een matig vroege rabarber, die veel werd verbouwd in de 19 e eeuw. Hij werd in de twintiger jaren van de vorige eeuw bijna alleen nog in Kennemerland geproduceerd, tegenwoordig is het vooral een thuis-rabarber. Na de Tweede wereldoorlg is de teelt nagenoeg verdwenen, en volgend Slowfood is er momenteel nog maar één boer die deze rabarber verbouwt.
Champagnerood, een Rheum rhabarbarum, is befaamd om zijn dieprode kleur en zijn zoete smaak. Terecht werpt Slowfood zich op als voorvechter van de commerciële terugkeer van deze rabarber, al zal deze (de opbrengst per hectare is relatief laag) wat duurder zijn.
Zeldzaam. Plantmateriaal is verkrijgbaar voor thuisteelt.
Rabarber wordt niet rauw gebruikt, maar altijd gekookt. Vaak wordt de stengel na van de dikste vezels te zijn ontdaan, in stukjes gesneden, alvorens deze kort te koken. Gekookte rabarber wordt zowel warm als koud, op zich zelf staand of in bereidingen, gegeten.
Boerhaave, Kauw Boerhave heette hij, was 'eerste geneesheer' aan het hof van de keizer van Rusland. Toen de Franse botanicus Jussieu in 1732 de latere Rheum undulatum 'de eigenlijke rabarberplant' noemde, gaf de Senaat op Boerhave's diringende verzoek, opdracht aan een Tartaars koopman om zaad van de echte (lees: Tartaarse) rabarber te bezorgen. Hij leverde, en naar later bleek zaad van twee rabarbersoorten, de Rheum undulatum en de Rheum palmatum.
Vanaf dat moment rollen de wetenschappers over elkaar heen, dan weer overtuigd dat de R. palmatum de echte palmatum zou zijn, dan weer de R. undulatum. Nadat ook de Bulgaren zich in de discussie mengden met de duiding dat de Rheum compactum de echte rabarber was, reisde de jonge Johann Sievers (1762-1795), een Duits apotheker en kruidkundige uit Peine, met steun van Catherina de Grote af naar Siberië om de echte rabarber zelf op te halen. Hij had deze niet gevonden, een deceptie.
Het sterkte David de Gorter (1717-1783) - lijfarts van tsarina Elizabeth - in zijn opvatting dat de bevriende, jonge Linneaus het bij het verkeerde eind had, en dat de Rheum palmatum helemaal niet de echte rabarber was. De Gorter had de zaden die Boerhaave uit Rusland had laten komen, uitputttend onderzocht, en Linneaus herhaaldelijk zaden toegestuurd. Zijn visie werd ook in Yorkshire overigens onderschreef, waar men druk doende was een consumptie-rtabarber te ontwikkelen. In zijn tweede lezing corrigeerde Linneaus e.e.a.
Over de herkomst van de Champagnerood is weinig bekend, wel over de Engelse Hawks' Champagne, een ras dat in 1850 is geïntroduceerd door Mr. Hawkes uit Lewisham, vermoedelijk Edward Hawkes, een naaste buur van Joseph Hyatt, een gerenommeerd rababerteler, naamgever van onder andere de Victoria. Zijn champagne-rabarber zou smaken als een goede 1966 Krug Champagne en de allerzoetste tot dan zijn.
Onbekend is, hoe de rabarberteelt in Kennemerland is ontstaan en hoe de Champagnerood daar is gevestigd, of waar deze van af stamt. Er is meer bekend van de rabarberteelt in het tweede rabarbergebied van ons land, Texel. Die is te danken aan de Texeler kabeljauwvissers die in de achttiende eeuw plantmateriaal mee naar huis namen uit het Engelse Hull. Die stad was in het midden van de achttiende eeuw 'booming' vanwege het succes van de kabeljauwvangst op Dogger's bank. Hull ligt niet alleen voor de Dogger's bank, maar ook in Yorkshire and Humber, het rabarbercentrum van Engeland.