Deze rabarbersoort kennen we in de West-Europse keuken nauwelijks, alhoewel deze rond- of stompbladige rabarbersoort eeuwen lang algemeen verkrijgbaar was voor medicinaal gebruik. Hij is bovendien eetbaar, net als de rheum rhabararum.
Deze rabarber heeft ook twee 'treurige' benamingen, namelijk valse monniksrabarber en valse rabarber, de eerste ter onderscheiding van de 'echte' monniksrabarber (Rumex alpinum), de tweede ter onderscheiding van de 'echte' Chinese rabarber (Rheum officinale). De Rheum rhaponticum is door Prosper - professor - Alpinus beschreven aan de hand van plantmateriaal uit het Rhodope gebergte in Tracië, in het huidige Bulgarije, maar is geen .
De Rheum rhaponticum is een breed uitgroeiende, bloeiende plant, wordt ongeveer 1.20 meter hoog. Hij heeft een korte dikke wortelstok (rhizoom) waaruit hij zich ontwikkelt. Iedere winter sterft het bovengrondse deel van de plant af, om in het voorjaar vanuit het voedselrijke rhizoom opnieuw uit te groeien. De plant wordt ongeveer tien jaar oud.
Zijn voorouders zijn de Rheum palmatum en de Rheum officinale, respectievelijk de Turkse en de Chinese rabarber. De Rhaponticum bloeit vroeg in de zomer. De bloemen zijn tweeslachtig en zijn wit.
De eetbare gedeelten zijn de bladstelen en de bloemknoppen. Het oogsten van rabarber gebeurt door de te gebruiken stengels van de wortelstok te draaien en met een ruk los te trekken. Hiermee wordt voorkomen dat er stukken stengel over blijven, die zouden gaan rotten en de rest van de plant zouden aan tasten. Na het oogsten wordt het blad van de bladsteel verwijderd.
De Yorkshire rhubarb wordt een gecultiveerde Rheum rhaponticum genoemd. Of dat zo is, is niet bekend.
Met dat in het achterhoofd, is datgene dat bekend en beschreven is, te interpreteren. Dioscorides beschreef een medicinale wortel die wijnkleurig was en die Costo nigro werd genoemd, of zwarte wortel, mogelijk was dit de Costus Indicus of Oost-Indische wortel (Rhabarbarum ficcatum). Ook Ammianus Marcellinus beschrijft in 362 een rabarber die aan de Rha (Wolga) groeide, en noemde deze Rhaponticum. Plinius doelde op deze rabarber uit Pontus met de term rhacoma. Het belangrijkste gebruik was dat in een tegengif dat is vernoemd naar de koning van Pontus Mithridatus, alhoewel dat niet het enige medicijn met rhaponticum was. Ook in de Middeleeuwen waren deze brouwsels heel bemind.
Rabarber wordt al 5.000 jaar als medicijn gebruik . Beroemd is Gerard's herbal uit 1597, waarin John Gerard uitgebreid schrijft over de rabarber en diens origine, aan de hand van plantmateriaal uit Barbarije en Pontië en de interpretatie van oude teksten, onder meer van Dioscorides. Wanneer Linneaus in 1753 rabarber beschrijft, doet hij dat aan de hand van gecultiveerde exemplaren uit Zweden en Nederland.
Volgens Gerard's lezing zou de rabarber uit China (Sina), komen. Daar groeide hij zowel in het wild als 'tam' in Yunnan, Suchuen (Szechuan), Quamsi (Guangxi), Quantum (Guangdon, het vroegere Kanton), Kaoli (Korea) en Leaotum (Liaodong), gebiedsnamen in het keizerrijk van Taising). Hier komen in de 16e eeuw zowel wilde als gecultiveerde rabarbers voor, Lapathum orientale of Rhubarbarum verum geheten. Ook in Kochinchina (India) groeien deze, onder andere aan de Malabarkust.
In Suzhou in Tangut groeit in die tijd een soort met licht behaarde bladeren en een korte stengel, die geliefd is om zijn 'been-dikke' wortel met sappig, goudgeel vlees. Dit is vermoedelijk de Rhaponticum den ouden, zoals door Alpinus beschreven. Prosper - professor - Alpinus beschrijft in 1610 de plant, die later naar hem vernoemd is, aan de hand van exemplaren die hij aan trof in het Rhodope gebergte in Tracië, in het huidige Bulgarije. Men was het er over eens dat dit de ware Rhapontic moest zijn, Rhapontic verum. veronderstelde dat de plant daar geïtroduceerd was, doordat de Tartaren zaden uit Katay - zo noemde Marco Polo de zes noordelijke landschappen van China - naar Moskou hadden mee genomen. In het Rhodopegebergte komen nog altijd diverse rabarbersoorten voor, waaronder de Rhaponticum.
Rabarber is de ver-Nederlandsing van het woord rhabarbarum, een samenvoeging van de Scytiaanse, Oud-Perzische benaming van de Wolga (Rha) en Barbarum, de algemeen gebruikte term voor 'van vreemde komaf'. Pontus is de klassieke benaming van een gebied aan de Zwarte Zee, tegenwoordig Karadeniz geheten, Pontos Euxeinos Πόντος Εύξεινος of 'herbergzame zee'.
Rhaponticum is ook een plantengeslacht in de Asterfamilie (Asteraceae). De naamgever is de Franse botanicus Sébastien Vaillant (1669-1722).
De bladeren zijn giftig ! De bladstelen zijn wel eetbaar, en bevatten oxaalzuur, maar niet alleen dat, is rijk aan vitamine K, en bevat veel vitamine C, calcium en mangaan, en (niet in de lijst vermeld) 6,1 mg choline per 100 gram.
De zure smaak van rabarber wordt overigens niet door oxaalzuur veroorzaakt, maar door appelzuur (E296).